-
1 Spitze
Spitze〈v.; Spitze, Spitzen〉1 punt, spits, top ⇒ uiteinde; kruin; nok3 hoofd, top ⇒ kop, leiding, eerste plaats5 sigaren-, sigarettenpijpje♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 einer Sache die Spitze nehmen • van iets de scherpe kantjes afhalen, iets milderen2 an der Spitze marschieren • aan de spits, aan het hoofd marchereneine absolute Spitze erreichen • een recordhoogte bereiken〈 sport en spel, figuurlijk〉 die Spitze haben • aan de kop blijven, nog steeds bovenaan staanan der Spitze liegen, stehen • op kop liggen, bovenaan staansich an die Spitze stellen • zich aan het hoofd plaatsen¶ einsame Spitze • geweldig, hartstikke goeddas ist Spitze! • dat is te gek!etwas steht auf Spitze und Knopf • iets is een dubbeltje op zijn kant -
2 Schach
〈o.; Schachs, Schachs〉♦voorbeelden:1 dem König Schach bieten, geben • de koning schaak zetten, gevenSchach spielen • schakender König steht, ist im Schach • de koning staat schaak〈 informeel〉 jemanden in Schach halten • iemand in bedwang, in toom, onder controle houdenSchach und matt! • schaakmat! -
3 jemandem Schach bieten
-
4 jemandem die Spitze bieten
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem die Spitze bieten
-
5 Stirn
〈v.; Stirn, Stirnen〉♦voorbeelden:1 Arbeiter der Stirn • hoofdarbeider, intellectueeldie Stirn krausen, runzeln, in Falten ziehen • het voorhoofd fronsenjemandem etwas an der Stirn ablesen • iets aan iemands gezicht (kunnen) aflezenes steht ihm an, auf der Stirn geschrieben • het staat hem op zijn voorhoofd geschreven〈 figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 mit der (flachen) Hand vor die Stirn schlagen • zich voor het hoofd slaan¶ jemandem, einer Sache die Stirn bieten • iemand, iets het hoofd bieden, trotserendie Stirn haben, etwas zu tun • de brutaliteit, het lef hebben iets te doen -
6 Schwierigkeit
Schwierigkeit〈v.; Schwierigkeit, Schwierigkeiten〉1 moeilijkheid ⇒ probleem, bezwaar, last♦voorbeelden:das bereitete, machte Schwierigkeiten • dat veroorzaakte moeilijkhedenjemandem Schwierigkeiten bereiten, machen, verursachen • het iemand moeilijk makendas macht Schwierigkeiten! • dat zal moeilijkheden, problemen opleveren!
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский